Studie Waterwonen, Gooimeer
Drijvende woningen staan de laatste jaren erg in de belangstelling. Er is veel aandacht voor de techniek en architectuur van dit relatief nieuwe concept. Wij wilden in deze studie ook veel aandacht besteden aan de “stedebouwkundige” ruimte. De grote maten van het meer worden stapsgewijs teruggebracht naar de menselijke maat van de waterwoningen, zonder afbreuk te doen aan die specifieke landschappelijk context. Er is gebruik gemaakt van “stedenbouwkundige” en landschappelijke elementen die bij het water te vinden zijn: lage waterkeringen, rietvelden, bruggen, steigers en havens.
Een lange “brug” steekt in het water en vormt de ruggengraat van de wijk. De brug wordt beschermd tegen hoge golfslag en kruiend ijs door een waterkering met achtergelegen rietvelden.
Drie villa’s aan de brug geven perspectief en ritme. Ze vormen de overgang tussen het meer met de naastgelegen grootschalige kadebebouwing en de waterwoningen, die in het verlengde liggen van een groene villawijk met een meer dorps karakter. De waterwoningen vormen een meanderende eenheid die op de grote maat van het meer reageert en samen met de brug en de villa’s de binnenhavens markeert. De havens, bedoeld voor boten van de bewoners, hebben elk hun eigen vorm en sfeer.
Bezoekers parkeren bij de dijk, de villa’s hebben privéparkeerplaatsen en daartegenover liggen de parkeerplaatsen van de waterwoningen. Vanaf deze parkeerpleintjes loopt men, langs rietkragen en binnenhavens, naar de lagere gelegen “steiger”pleintjes bij de waterwoningen.
Hier is ruimte voor het spelen van kinderen, voor buurtactiviteiten en voor het stallen van fietsen.
Vanaf de pleintjes worden de waterwoningen door steigers ontsloten.
Een luxe uitspanning met terras en strand – aan de andere zijde van de waterkering – is het sluitstuk van een boeiende route over de brug.