Woningen J.J.P. Oud, Hoek van Holland
J.J.P. Oud (1890-1963) was één van de leidende architecten van het functionalisme dat zich in de twintiger jaren van de vorige eeuw in West-Europa ontwikkelde. Als lid van “de Stijl” probeerde hij de theoretische ideeën van deze beweging naar de praktijk van het bouwen over te brengen en was hij in al zijn werk voortdurend op zoek naar een synthese tussen rationalisme en esthetiek, techniek en kunst, traditie en experiment.
In het complex van arbeiderswoningen en winkels in Hoek van Holland (ontwerp 1926) slaagde hij naar eigen zeggen het best om deze synthese, die hij “poëtisch functionalisme” noemde, tot stand te brengen. Het resultaat oogstte internationaal veel waardering niet alleen voor de expressieve vormgeving en het subtiele kleurgebruik, maar ook voor de kwaliteit van de woningplattegronden. Sommige critici roemden het al “wellicht het mooiste monument van de nieuwe architectuur”.
In 1983 wordt het complex gerenoveerd, maar de problemen van vocht, scheurvorming en loslatend pleisterwerk in de gevels zijn daarmee niet opgelost. De gemeente Rotterdam, eigenaar van het complex, vraagt in 1994 aan architect Wytze Patijn om advies. In samenwerking met architektenburo Jaap van Kampen wordt in maart 1995 een advies voor gevelrestauratie uitgebracht. De gemeente draagt het complex over aan de woningbouwvereniging Hoek van Holland, die het al geruime tijd in beheer heeft. Zij geven opdracht voor een aanvullende, woontechnische studie. In verband met de kosten wordt besloten om de gevelrestauratie uit te voeren in combinatie met een beperkte onderhoudsingreep.
Nader destructief onderzoek brengt aan het licht, dat de staat van de stalen gevelbalken zodanig is, dat herstel aanzienlijke meerkosten met zich meebrengt. Er wordt geconcludeerd dat een dergelijke investering in kleine woningen met een beperkte woontechnische toekomstwaarde niet verstandig is. In september 1996 wordt tot de “samenvoegvariant” besloten: hierbij blijven van de oorspronkelijke 42 woningen 24 over, waarvan 2 in voormalige winkels terzijde van de poort in het midden van het blok.
De discussies over de toelaatbaarheid van een dergelijke ingreep en de toedeling van kosten nemen nagenoeg een jaar in beslag. Uiteindelijk kan in september 1998 met de uitvoering worden gestart.
Belangrijke elementen van de ingreep op casco niveau zijn:
– vervanging houten begane grondvloeren door schuimbeton
– stalen dragers van gevelmetselwerk vervangen door beton
– (zelfdragend) spouwblad in voorgevel / beton balk in achtergevel
– volledig ontdoen van oude gevelpleisterlagen en vervolgens aanbrengen van een combinatie van buiten- en binnengevelisolatie
Bouwhistorisch onderzoek tijdens de bouw bracht aan het licht dat de oorspronkelijke kleur van de gevel niet zozeer wit maar geelgrijs was. De nieuw opgebrachte minerale pleisterlaag heeft deze kleur. In één van de (winkel)-woningen zijn, in goed overleg met de bewoners, interieur-elementen en kleuren verwerkt, zoals bij onderzoek is aangetroffen.