• Coolhavengebouw, Rotterdam

    Stadswonen is bezig met het opwaarderen van een aantal studentencomplexen. De entree en de onderdoorgang van het studentenhuis Coolhaven zijn in 2016 onaangename ruimten. Op basis van een aantal wensen van de bewoners is in het ontwerp transparantie, kleur en sfeer gecombineerd met een functioneel materiaalgebruik.
    Glas, akoestische panelen voorzien van eikenfineer, lichte kleuren op de wanden en een uitgekiende verlichting heeft de entreehal getransformeerd van een onaangename donkere ruimte in een lichte en warme entreehal. De grote spiegel boven de postkasten verbreedt daarbij visueel de smalle entree en reflecteert de wand met geschilderde contourlijnen van Rotterdam. In de onderdoorgang zijn zowel het plafond als wanden gedeeltelijk bekleed met Bankirai planken en is een goede verlichting aangebracht. De woningentree’s vallen op door de fris groene kleur, de containers staan verborgen achter geperforeerd stalen schermen. De onderdoorgang wordt door een nieuw hekwerk afgesloten waarin de gebouwnaam is opgenomen.
    In de eindfase van de verbouwing wordt bij het verwijderen van de grove naamplaat duidelijk waarom deze zo is overgedimensioneerd: het heeft jarenlang het oorspronkelijke “van den toorn ijzerwaren” aan het oog onttrokken. In plaats van het verleden van het pand opnieuw te verdoezelen hebben we voor het effect van maskering gekozen. Op het eerste gezicht ziet men alleen “studentenhuis Coolhaven” in losse letters op de gevel. Maar als men nauwkeuriger kijkt ziet men de historie van het pand er vaag achter doorschijnen.

  • Woonhuis Kalkhoven, Handel

    In 2010 is een aanvang gemaakt met het ontwerp voor de uitbreiding van het familiehotel Handelia, in het kleinschalige bedevaartsoord Handel in Noord Brabant. Na aankoop van een terrein aan de noordzijde werd het mogelijk om toegang van het hotel naar het achterterrein te verplaatsen en te combineren met een ruime parkeermogelijkheid, een opslaggebouw en een woning voor de beheerder.
    Deze drie onderdelen zijn in samenhang ontworpen met het witgeschilderde karakteristieke hotel. Aansluitend op de bestaande bouwvolumes is gekozen voor zadeldaken, waardoor het gebouw-ensemble opgaat in de dorpse architectuur. Er is gekozen voor een contrasterende bruingrijze metselsteen, waardoor een dynamisch kleur- en materiaalpalet ontstaat.
    Het woonhuis dat op het meest oostelijke deel van het terrein ligt, sluit aan op de verkaveling van het woonwijkje Kalkhoven. Het huis is zodanig ontworpen, dat de woonruimten voldoende privacy hebben ten opzichte van de hoteltuin, maar dat er wel zicht en controle op het hotel mogelijk blijft. De woonruimten zijn als L-vorm rond de privétuin op de begane grond geplaatst. De slaapkamers bevinden zich allen op de verdieping onder de 45-graden kap. Centraal in het huis is een open trap geplaatst, die tot in de nok reikt. Meerdere schuifpanelen bieden de mogelijkheid om woonruimten met elkaar te verbinden.
    De woning is uitgevoerd met vloerverwarming, welke wordt gevoed door een warmtepomp-installatie. De warmtepomp is gekoppeld aan aardwarmte en een energiedak. Met 16 m2 PV-panelen op het platte dak wordt elektriciteit opgewekt.

  • Prinsessenflats, Rotterdam

    Dit complex van vier 11-hoge woongebouwen, ontworpen door architect Rein Fledderus, is één van de eerste projecten in Rotterdam- Alexanderpolder, een door de stedenbouwkundige Lotte-Stam Beese ontworpen uitbreidingswijk uit de jaren 60 van de vorige eeuw. De wijk heeft decennia later ondanks, of misschien wel dankzij, ontwikkelingen in de nabijheid en door “inbreidingen” nog een grote aantrekkingskracht. In de Prinsessenflats wonen in het begin van de “jaren 90” nog veel Rotterdammers die er als jong gezin zijn ingetrokken. Toen er voornemens begonnen te circuleren over sloop/nieuwbouw van de woningen die door “beleidsmakers” als te klein en dus onvoldoende toekomstbestendig werden beoordeeld, zetten ze zich, inmiddels vaak ver over de 70 jaar, met hartstocht in voor het behoud van het complex.

    Stichting Volkswoningen liet zich overtuigen: er werd een bouwteam met veel bewonersparticipatie tot stand gebracht, dat resulteerde in een plan voor renovatie en “upgrading” van de 660 woningen.

    De technische infrastructuur (liften, CV, MV, keukens) is vervangen en er is aanvullend geïsoleerd. De “exterieure” ingrepen zoals vervanging van hekwerken, gevelisolatie en kleurkeuzes zijn erop gericht de “gelaagdheid” van de gevels te behouden en te versterken. Een royale nieuw ontworpen entreehal en een voor elk van de 44 verdiepingen herkenbaar tegelmotief, ontworpen door de Delftse kunstenares Cedri Sikkens, hebben kwaliteit en belevingswaarde aan het openbare gebied toegevoegd, die meer dan tien jaar na totstandkoming nog duidelijk kan worden ervaren.

  • Slovak Embassy, The Hague

    Situated in The Hague, on the Dutch coast, this project provides a new outdoor terrace and entrance stairwell for the Slovak embassy building.
    The original building, dating back to the early 20th century once featured a landscaped terrace which provided a welcoming point of entry for visitors.
    Following a number of modern interventions, the terrace was removed and the building presented itself in a formal manner to the public, something which the embassy felt is not appropriate.
    Our proposal involved the construction of a new stairwell and terrace that welcomes visitors.
    The materials used in the new work relate to those of the existing house/building;
    walls are made of brick, steps from a dark belgium stone and the hand rails are made from steel.

  • Stedenbouwkundige Studie ARZS, Salzburg

    Deze stedenbouwkundige studie bouwt voort op de studies van de stad Salzburg voor dit gebied. Nadrukkelijk wordt de locatie van ‘Automobil Raum Zeit Salzburg (ARZS) uitgewerkt als de noordelijke pool van ‘Bahnhof Nord’ in het centrum van Salzburg.
    De locatie van het toekomstige ARZS ligt op een belangrijke kruising van belangrijke verbindingen.
    Het vormt een scharnierpunt tussen gebieden met verschillende functies in de stad, en tussen monofunctionele en multifunctionele buurten. Het kan een belangrijke katalysator zijn in de ontwikkeling van het Bahnhof-Nord-gebied aan de noordzijde.

    Om het gebied te transformeren tot een aantrekkelijke locatie dienen evenwel een aantal aspecten te worden verwezenlijkt.
    Qua gebruik worden gemengde functies voorgesteld. Van workshops & permanente tentoonstelling van ARZS in combinatie met ateliers en/of kantoren.
    Techniek is het centrale thema en dat sluit aan op het erfgoed rond het station waarbij “transport” centraal staat. Het gemengde gebruik van de locatie ondersteunt de inzet om het gebied sociaal duurzamer te maken.
    De architectuur ademt het industriële karakter en maakt de functionaliteit zichtbaar. In de glazen torens worden de waardevolle oldtimers geëxposeerd. De open gevel op de begane grond verhoogt het gevoel van sociale veiligheid op straat.

    De kwalitatief hoogstaande afwerking van de openbare ruimte bij het Centraal Station wordt voortgezet als boulevard in noordelijke richting waaraan alle locaties tussen station en de locatie van de ARZS worden gekoppeld. Deze boulevard krijgt een groene uitstraling in contrast met de verharde ruimten van de rangeerterreinen van het spoor en moet een attractief groen verblijf- en doorgangsgebied in de buurt zijn.

    Om aan te sluiten op de compositie van de verschillende gebouwen is het belangrijk dat het ARZS complex plaatselijke accenten met een hoogte van 25 tot 30 meter krijgt. Het gebouw moet zich oriënteren en openen naar de boulevard en een duidelijk accent vormen.

  • Atelierwoning, Slowakije

    Deze icosaëder koepel is ontworpen voor een glaskunstenaar in Slowakije. De opdrachtgever voor dit ontwerp wenste voor zijn workshop en woonhuis een zelfvoorzienend gebouw dat op harmonieuze wijze opgaat in de omgeving. Als lokatie koos hij een afgezonderde plek in heuvelrijk gebied in de nabije omgeving van Bratislava. Hij stond op het toepassen van een dome-constructie welke in steenachtig materiaal kan worden uitgevoerd.

    In de veertiger jaren van de vorige eeuw ontwierp Buckminster Fuller de eerste geodetische koepel. Er wordt echter ook beweerd, dat Walter Bauersfeld de geodetische koepel uitvond in 1922. Vandaag de dag zijn er ongeveer 50.000 koepels gebouwd over de hele wereld, maar dit zal de eerste zijn van dit type en afmeting in Europa.

    Een geo-dome is een structuur bestaande uit een netwerk van driehoeken, welke een bolvormig oppervlak vormen. Om de productie van deze betonnen koepel te vereenvoudigen, zullen we gebruik maken van slechts 2 type driehoeken. De keuze voor de vorm van de koepel en het bouwen in beton is ingegeven door de constructieve kenmerken van de bol en de aardbevingbestendigheid. De bolvorm gebruikt een derde minder materiaal ten opzichte van traditionele bouwtechnieken en een energiebesparing van 30-50%. Het biedt een flexibele indelingsmogelijkheid en zorgt voor een mooie vrije ruimte.

    Het interieur van dit koepelgebouw demonstreert wat de buitengewone mogelijkheden zijn van glas bij gebruik in de architectuur.

  • “Samenscholing”, Zoeterwoude

    In 2015 nam een groep inwoners van Zoeterwoude-dorp onder de naam “Samenscholing” het initiatief om op de locatie van de Westwoudschool een gemeenschappelijk wooncomplex te ontwikkelen. De bewoners zouden een aantal functies delen en het ontwerp zou geënt moeten zijn op gemeenschappelijkheid. De gemeente ondersteunde het initiatief en na een haalbaarheidsonderzoek nam begin 2017 ontwikkelaar Herkon het initiatief over.

    In het ontwerp wordt het bestaande schoolgebouw gesloopt en nieuwbouw in de rooilijn van de straat geprojecteerd.
    De hoofdmassa van het gebouw bestaat uit 3 bouwlagen met een accent van 4 bouwlagen op de kop bij de kruising van Veldzichtstraat en Richellestraat. Hier bevindt zich tevens de hoofdentree tot het complex.
    De galerijen liggen aan de gemeenschappelijke tuin en zijn ca. 2 meter losgehouden van de gevel. In de tussenruimte liggen afwisselend de individuele buitenruimten met de woningentree en vides waardoor daglicht in de onderliggende woningen kan binnentreden. Zowel individuele woonruimten als de gemeenschappelijke ruimten zijn gericht op de tuin.

    Voor de 19 wooneenheden zijn 3 basisplattegronden ontwikkeld, met een bruto oppervlak variërend van 63 m2 tot 129 m2.
    Daarmee is voldoende woningdifferentiatie ontstaan. Er zijn 23 parkeerplaatsen op eigen terrein geprojecteerd, deels geschikt voor elektrische auto’s en ook zijn er verschillende
    gemeenschappelijke functies als een ontmoetingsruimte, een wasruimte en een werkplaats in het plan opgenomen.

  • Zegro Groothandel, Rotterdam

    De brasserie in deze horeca-groothandel functioneert als ontmoetingspunt voor klanten en medewerkers van Zegro. De bestaande uitspanning was gedateerd en vroeg om een aantal praktische verbeteringen.

    Essentieel voor de rol van de brasserie is de strategische positie bij de entree en het kassagebied. De twee gevels die zich hierop richten zijn uitgevoerd met grote openingen voor doorzicht. De L-vormige bar met daarachter de spoelkeuken is in de gesloten hoek geplaatst van de rechthoekige plattegrond. Een lange L-vormige zitbank met kleine bistrotafels aan de binnenzijde vormen een perfect uitzichtpunt om na de winkeltour een kop koffie te drinken.

    De gevels zijn als portalen uitgevoerd, bekleed met onbehandelde blauwstaal-plaat. De bank is zilverkleurig, waardoor de capitonnering goed naar voren komt. In het midden staat een grote leestafel en achterin twee hoge zit-sta-tafels met hoge stoelen. Zowel vloer als tafels zijn uitgevoerd in massief eiken planken met een white-wash coating. Het donkere barmeubel met een Nero Assoluto blad en blauwstaal front steekt af tegen de witbetegelde achterwand, die doorloopt in de spoelkeuken. Achter het korte deel van de bar is een kookhoek ingericht, tegen een in drie grijstinten random betegeld middenblok met de afzuiginstallatie erin opgenomen. Op het strek-metalen bovenpaneel is in fel rood neon de naam “Bistrozet” geplaatst. Grote cilindervormige lampenkappen in diverse bruintinten geven sfeer en beslotenheid aan de verschillende zitplekken.

    De brasserie is op 29 maart 2012 feestelijk geopend bij gelegenheid van het 40-jarig bestaan van Zegro.

    De oude Non-food afdeling was vol en rommelig. Stellingen stonden diagonaal opgesteld. Doel van de herinrichting was om de vindbaarheid van producten te verbeteren en aan te sluiten bij het beeldconcept van Zegro.

    Als onderdeel van het hoofdcircuit in de meer dan 4000m2 grote klantruimte is de hoofdgang in de Non-food afdeling uitgevoerd met een plafondverhoging. De centrale ruimte van de afdeling is eveneens met verhoogd plafond uitgevoerd en alle paden van de afdeling komen hierop uit.

    De wandstellingen zijn eenduidig uitgevoerd met een hoogte van 2,4 meter. Iedere wandstelling is uitgevoerd met een bovenkast-element tot aan het plafond uit eikenhout. De vakken kunnen verschillend worden ingevuld maar dominant zijn de vakken op regelmatige afstand voorzien van verlichte rode glasplaat met product icoon. Het icoon vertegenwoordigt het product dat kan worden aangetroffen in de nabije stellingen. In de winkel is de zone boven de in orthogonale rijen opgestelde stellingen vrij van obstakels gehouden zodat de rode panelen vanaf iedere plek zichtbaar zijn. Dit systeem biedt de klant overzicht en rust in het enorme aanbod en kan ook worden toegepast in de overige afdelingen. Het is in lijn met de Zegro-huisstijl waarbij beeldcommunicatie centraal staat.

    De oude TL-verlichting is vervangen door hoog rendement gas-ontladingslampen waardoor het elektriciteitsverbruik voor verlichting met de helft is teruggebracht.

  • renovation of residential building Nieuwe Plantage, Delft

    In the 1970s, an extension was built over four floors next to the stately former home of director Waller of the yeast factory in Delft. The building was already in use as an office building in the meantime. The ground floor and first floor of the extension housed the caretaker's house, while the higher floors were used as an office and accessed from the adjacent building. The building has the status of a protected cityscape.

    The current owner wants to transform the extension into one independent home over all floors. The complexity of the design mainly lies in finding a solution for the vertical access to all floors. By introducing a mezzanine, it is possible to cross from the entrance hall in the side aisle to the heart of the building with the central staircase. The difference in level of 80 cm on the ground floor between the front and the back is maintained, but shifted. The open kitchen is located in the low front part of the house and the living room is located on the raised part at the back. The current rather closed rear facade is broken open and the garden is linked to the living space via an extension.

  • “Tante Toos”

    Coöperatieve P.Bell & Friends en Aafje Francise bedenken en ontwikkelen nieuwe huisvestingsconcepten voor ouderen. Hierbij zoeken ze vooral bestaande locaties en woongebouwen waarbij aansluiting wordt gezocht bij de lokale sfeer en het aanwezige karakter.

    MATH has studied the possibility to integrate the so-called “Tante Toos” concept in various existing residential buildings.

    In a “Tante Toos” group, approximately 15 elderly people with dementia live together in a small-scale residential community which is run by an independent entrepreneur who provides care for their needs. Each resident has an independent living studio with a wheelchair accessible bathroom. The residents meet every day in the common living room with an area of approximately 150m2 to 200 m2. The living room is equipped with a large kitchen where communal meals are prepared and has direct access to a private garden.  

  • Charley Tooroptoren, Nesselande

    SOR is investigating the possibilities to expand its existing residential complexes and has asked MATH architects to do an exploration for the “Charley Toorop Toren”. The aim is to realize as many small houses (50 to 60m2) as possible without major interventions. There are currently 136 homes in the building. 

    In this study, five different layouts were made of possible extensions on top of the lower roofs of the building. The minimum variant provides 17 additional houses and a maximum variant yields 54 houses.

    Since the topping has to be constructed lightly, a contrasting appearance is also chosen. Where the basement and the towers are made of red heavy brick, the topping will have a light-footed wooden appearance.

  • Studie Waterwonen, Gooimeer

    Drijvende woningen staan de laatste jaren erg in de belangstelling. Er is veel aandacht voor de techniek en architectuur van dit relatief nieuwe concept. Wij wilden in deze studie ook veel aandacht besteden aan de “stedebouwkundige” ruimte. De grote maten van het meer worden stapsgewijs teruggebracht naar de menselijke maat van de waterwoningen, zonder afbreuk te doen aan die specifieke landschappelijk context. Er is gebruik gemaakt van “stedenbouwkundige” en landschappelijke elementen die bij het water te vinden zijn: lage waterkeringen, rietvelden, bruggen, steigers en havens.

    Een lange “brug” steekt in het water en vormt de ruggengraat van de wijk. De brug wordt beschermd tegen hoge golfslag en kruiend ijs door een waterkering met achtergelegen rietvelden.
    Drie villa’s aan de brug geven perspectief en ritme. Ze vormen de overgang tussen het meer met de naastgelegen grootschalige kadebebouwing en de waterwoningen, die in het verlengde liggen van een groene villawijk met een meer dorps karakter. De waterwoningen vormen een meanderende eenheid die op de grote maat van het meer reageert en samen met de brug en de villa’s de binnenhavens markeert. De havens, bedoeld voor boten van de bewoners, hebben elk hun eigen vorm en sfeer.
    Bezoekers parkeren bij de dijk, de villa’s hebben privéparkeerplaatsen en daartegenover liggen de parkeerplaatsen van de waterwoningen. Vanaf deze parkeerpleintjes loopt men, langs rietkragen en binnenhavens, naar de lagere gelegen “steiger”pleintjes bij de waterwoningen.
    Hier is ruimte voor het spelen van kinderen, voor buurtactiviteiten en voor het stallen van fietsen.
    Vanaf de pleintjes worden de waterwoningen door steigers ontsloten.
    Een luxe uitspanning met terras en strand – aan de andere zijde van de waterkering – is het sluitstuk van een boeiende route over de brug.

  • Herbestemming Othelloweg-Marthalaan

    Langdurige leegstand van bedrijfsruimten is een veelvoorkomend fenomeen in Nederland.
    Dat geldt ook voor de ruimten van een voormalig kinderdagverblijf in het appartementencomplex Othelloweg – Marthalaan in Rotterdam Hoogvliet. Het complex is net ná de eeuwwisseling gebouwd en kenmerkt zich door een plint met bedrijfsruimten met daarop drie woontorens van 10 bouwlagen.
    Op verzoek van de SOR is een studie gemaakt naar herbestemming van de bedrijfsruimte tot zelfstandige levensloopbestendige woonruimten met enkele gemeenschappelijke voorzieningen. Voor deze seniorenhuisvesting wordt een variant met tweekamerappartementen en twee varianten met kleinere woonstudios gevraagd.
    In de studie worden verschillende aspecten onderzocht: bestemmingswijziging, daglicht, vluchtwegen en brandveiligheid, warmteweerstand en installaties.
    In relatie tot het vloeroppervlak is het aantal gevelopeningen te klein. Daarom kan het vereiste daglicht voor woningen alleen worden gerealiseerd door nieuwe openingen in het dak. Om die reden hebben we in de studie ook de mogelijkheden van aanpassing van de bestaande constructie bekeken.
    In variant 1, met tweekamerappartementen, zijn kleine daklichtopeningen voorzien, waarbij elk appartement een eigen lichthof t.p.v. de woningentree krijgt. D.m.v. van daglichtberekeningen voor de aan het hof gelegen slaapkamer zijn de afmetingen van de openingen bepaald.
    Ook in variant 2, met woonstudios, zijn smalle lichtopeningen in het dak voorzien, zodat er geen zware constructieve ingrepen nodig zijn. De nieuwe patio’s, met beplanting, werken als ruimteverdelers in de gemeenschappelijke middenruimte.
    De constructieve ingreep in de derde variant is groter. Geïnspireerd door de hofjeswoningen uit de 18e eeuw liggen de woonstudios in deze variant om een gemeenschappelijk bloemen- en kruidentuin.

  • Sinfonia Varsovia, Warschau

    Aan de Grochowska in Warschau is een nieuw Concertgebouw gepland voor “Sinfonia Varsovia” waarbij de bestaande vijf universiteitsgebouwen van de voormalige veterinaire faculteit zijn geïntegreerd. De bestaande villa midden op het terrein wordt in oude allure hersteld en opgenomen in het nieuwe gebouwensemble.
    Via een promenade en een binnenhof kunnen bezoekers de foyer bereiken. De promenade is aangesloten op het naastgelegen park.

  • Studie woonlocatie Zoeterwoude-dorp

    In 2015 nam een groep inwoners van Zoeterwoude onder de naam “Samenscholing” het initiatief om op de lokatie van de Westwoudse school een gemeenschappelijk wooncomplex te ontwikkelen. De bewoners zouden een aantal functies delen en het ontwerp zou geënt moeten zijn op gemeenschappelijkheid. MATH architecten werd gevraagd om de bestaande school en de locatie te onderzoeken. Al snel bleek dat zelfs bij een rigoreuze verbouwing van de bestaande school er te weinig woningen van voldoende kwaliteit ontwikkeld zouden kunnen worden. Transformatie van de school zou niet rendabel zijn, dus werd sloop in combinatie met nieuwbouw onderzocht. Er zijn een aantal stedenbouwkundige studies gemaakt die voorgelegd werden aan initiatiefnemers en gemeente. De gemeente ondersteunde het initiatief en gaf enkele randvoorwaarden mee voor een verdere planontwikkeling. Begin 2017 werd door de initiatiefnemers besloten om ontwikkelaar Herkon in te schakelen, waarvoor MATH een
    schetsontwerp heeft gemaakt.

  • Rubroek, Rotterdam

    De Serviceflat Rubroek ligt in het hartje van de Rotterdamse wijk Crooswijk. Het complex is gebouwd in 1975 en voorzag in 201 twee-kamerwoningen en 14 drie-kamerwoningen voor ouderen. In 2005 besloot de opdrachtgever tot groot onderhoud. Ook dienden de woningen aangepast te worden aan de eisen van deze tijd en was de inrichting van de algemene ruimten gedateerd. De unieke ligging naast verzorgingsflat Rubroek maakte het eenvoudig om “zorg op maat” te kunnen leveren. De realisatie van levensloopbestendige woningen lag hier voor de hand.

    Bij aanvang van de opdracht tot groot onderhoud, in januari 2006, moest het exacte programma van eisen nog worden uitgewerkt. Daartoe is een planteam opgericht waarin de Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam als eigenaar, stichting de Singels als woonzorg-organisatie en ons architectenbureau plaatsnamen. Na een inventarisatie en gesprekken met de huurderscommissie en medewerkers van de stichting de Singels is besloten om het groot-onderhoud uit te breiden. Naast technisch onderhoud, zoals het vernieuwen van het dak, het aanbrengen van isolerende beglazing en het verbeteren van ventilatie, zijn de badkamers vergroot en de woningen rolstoeltoegankelijk gemaakt. Een aantal twee-kamerwoningen is samengevoegd zodat 17 extra drie-kamerwoningen zijn toegevoegd. Het plan voorziet daarnaast in ruimten voor de zorginfrastructuur, opstelruimten voor scootmobielen en diverse gebouwvoorzieningen. De verbeterde entree op straatniveau ligt naast een volledig nieuwe praktijk voor fysio-manuele therapie en sluit aan op een nieuwe grote lift, die aangepast is op het intensief gebruik van scootmobielen. Omdat de bouw in bewoonde toestand plaatsvindt, is er reeds in de ontwerpfase rekening gehouden met de bouwlogistiek. Tijdens de bouwvoorbereiding is samen met de aannemer bekeken welke aanpassingen en voorzieningen de overlast voor de bewoners verder kan reduceren. In de uitvoeringsfase wordt dagelijks intensief overleg gevoerd tussen opdrachtgever, zorgverlenende instanties, bewoners enerzijds en de uitvoerende partijen anderzijds. Dit overleg is cruciaal voor het slagen van het project. Ons bureau is niet alleen verantwoordelijk voor het ontwerp, maar voert ook de directie tijdens de bouwwerkzaamheden.

  • Transformatie Klaasje Zevensterstraat

    In een zoektocht naar locaties voor een LVB Homerunhuis, waarin jongvolwassenen met een licht verstandelijke beperking naar zelfstandigheid worden begeleidt, heeft Humanitas het oog laten op de leegstaande bedrijfsruimte aan de Klaasje Zevensterstaat 6 in Rotterdam Hoogvliet. De bedrijfsruimte ligt op de noordoosthoek van het grotere complex Aveling, eigendom van de SOR. Ons bureau is gevraagd om de mogelijkheid van een transformatie van de bedrijfsruimte te onderzoeken.
    Voor de opvang en huisvesting van jongeren is een bestemmingswijziging nodig. Voor een periode van 10 jaar is dat nogal ingrijpend. Vandaar dat wij in onze studie rekening hebben gehouden dat het Homerunhuis ná 10 jaar met weinig investeringen kan worden omgebouwd tot een complex met zelfstandige tweekamer-appartementen voor senioren. In de studie is gekeken naar daglicht, vluchtroutes en brandcompartimentering, alsmede warmteweerstand.
    In samenspraak met de opdrachtgever zijn in het plan twee typen woningen opgenomen: zelfstandige éénkamer-appartementen en appartementen waarbij twee bewoners één badkamer delen. Daarnaast zijn twee huiskamers met keukens, spreekkamers en gezamelijke bergingen opgenomen. Voor de grote gemeenschappelijke ruimte in het hart van het pand zijn twee mogelijkheden voorgelegd. Een centrale loungeruimte aan een groene patio of een gezamenlijke eet- en kookgelegenheid, waarbij een glaskap de ruimte van het nodige daglicht voorziet. Beide ingrepen zijn zodanig dat er geen grote constructieve voorzieningen getroffen hoeven te worden.

  • Fashion Outlet Store, Oude Passage Schiedam

    Tussen 2008 en 2010 is de Oude Passage in Schiedam gerestaureerd en gerenoveerd naar een ontwerp van Vera Yanovshtchinsky Architecten. Vanwege onze ervaring met restauratie en renovatie werd ons bureau gevraagd om de bouwvoorbereiding en uitvoeringsfase te verzorgen. De oplevering vindt in 2010 plaats, midden in de crisis. Potentiële huurders zijn op dat moment afgehaakt en de nieuwe winkelruimte blijft enige tijd leegstaan. De opdrachtgever vraagt ons bureau om de mogelijkheden voor een Fashion Outlet Store te onderzoeken. Het pand blijkt er uitermate geschikt voor te zijn: door de verschillende vloeren met elk een overzichtelijk en gunstig vloeroppervlak, kunnen op een eenvoudige manier verschillende stands een eigen plaats en sfeer krijgen, terwijl ze door de verschillende vides wel visueel met elkaar zijn verbonden. Helaas haakt ook deze klant om markttechnische redenen af.
    Inmiddels is het pand weer grondig verbouwd en heeft de Action de begane grond in gebruik genomen.

  • Politiebureau Mijnsherenlaan, Rotterdam

    In 2002 werd gestart met de bouw van de Queen of South, een 71 meter hoge woontoren op een elipsvormig laagbouwdeel, gelegen tegenover het metrostation Maashaven in Rotterdam.
    In 2004 kreeg ons bureau opdracht om een ontwerp te maken voor de huisvesting van wijkteam Tarwewijk, inmiddels bekend als politiebureau Mijnsherenlaan. De politie kon op de begane grond een beperkte oppervlakte huren, op de verdieping waren er meer vierkante meters beschikbaar. Omdat de ruwbouw inmiddels gereed was, waren de mogelijkheden voor het maken van een vloersparing tussen de begane grond en de eerste verdieping beperkt. Het trapgat werd daarmee een belangrijk uitgangspunt voor het ontwerp.
    Vanuit de entree begeleidt een golvende wand de bezoeker naar de balie. De publiekshal telt één aangifteruimte. De trap achter de balie komt direct in de wijkteamruimte op de verdieping uit. De gevraagde “achtervang” van de baliefunctie is zo optimaal vormgegeven. In de teamruimte vormt de trap en de balustrade rond het trapgat een spil waar verschillende functies om zijn gegroepeerd: werken, sociaal samenkomen en facilitaire functies. Ruimten zoals de chefskamer, de briefingsruimte en de sanitaire ruimten, moeten kunnen worden afgesloten en zijn rond de teamruimte geordend.
    Zoals bij alle politiebureaus die we hebben ontworpen, heeft ons bureau ook de directievoering en toezicht op de bouw verzorgd.

    Foto’s: fotografie Sonnega

  • Politiebureau Zaagmolenstraat, Rotterdam

    In het kader van de zgn. “strategische wijkaanpak” in het gebied Oude Noorden is in 2004 een woningblok tussen 1e Pijnackerstraat, Tochtstraat, Meidoornstraat en Zaagmolenstraat gesloopt om plaats te maken voor vervangende nieuwbouw: het project Wilgenhof. Het blok bevat naast woningen ook de nodige verhuurbare ruimten, o.a. op de hoek van de Zaagmolenstraat en de 1e Pijnackerstraat. De centrale ligging in de wijk inspireerde het facilitair bedrijf van de Regiopolitie om te laten onderzoeken of op deze plaats een vervangend onderkomen zou kunnen worden gerealiseerd voor 2 wijkteams die vanuit verouderde accomodaties opereerden.
    Wij kregen opdracht voor een verkennend onderzoek en concludeerden dat er goede mogelijkheden waren, mits een geprojecteerd trappenhuis zou kunnen worden verplaatst. Omdat de bouw inmiddels in volle gang was, noodzaakte dat tot snelle actie in overleg met de architect van het complex, de constructeur en de bouwer.
    Op basis van het aldus gewijzigde casco, kon het ontwerp van het nieuwe wijkkantoor verder worden uitgewerkt. Een voorwaarde daarbij -gezien de stand van het project op het moment van “aanhaken” – was het respecteren van de gevel (indeling en materialisering) cf. het ontwerp van de architect van het complex.
    Het kantoor heeft een publieksingang aan de Zaagmolenstraat. Voertuigen vinden een plaats op het binnenterrein, waar de dienstingang is gelokaliseerd. Het kantoor bevat werk-en facilitaire ruimtes voor 2 wijkteams maar voorziet ook in vergader-/werkruimtes voor projectteams van de politie.

    Foto’s: fotografie Sonnega

  • Politiebureau Rijstuin, Rotterdam

    De Rijstuin 176 is gelegen op de bel-etage van de Blaaktoren, in de volksmond “het potlood” genoemd. Deze toren is, evenals de naastliggende kubuswoningen, ontworpen door architect Piet Blom. De etage heeft slechts aan één zijde ramen, een beperkte vrije hoogte, een lager gelegen smalle entree en beperkte mogelijkheden voor installaties. Toen Politie Rotterdam-Rijnmond huisvesting zocht voor twee wijkteams werd de etage in eerste instantie dan ook afgewezen. Echter, de locatie aan de markt en in directe nabijheid van station Blaak was zo gunstig voor de politie dat ons bureau in 2003 werd gevraagd om toch een plan te maken.
    De beperkingen van het pand werden gezien als uitdagingen, waarbij we pragmatisch te werk zijn gegaan. Door de juiste ordening van de verschillende ruimten en het gebruik van glazen systeempuien wordt het daglicht optimaal gebruikt. Het contrast tussen een verlaagd plafond in de verkeersruimten en hogere plafonds met de installatieleidingen in het zicht, zorgt ervoor dat de werkruimten optisch extra worden verhoogd. Door de kleur-, materiaal- en verlichtingskeuze krijgen ook de ruimten zonder daglicht een aangename sfeer. De toegepaste kleuren sluiten aan bij de kleuren van het exterieur van Piet Blom. De politie betitelde dit project bij de opening als een optimum tussen de beoogde kwaliteit en de bijbehorende bouwkosten.

    Foto’s: fotografie Sonnega